M. Van Drooghenbroeck est d'avis que, pour maintenir à la Constitution la possibilité de donner un message symbolique cohérent, il faudrait probablement aller beaucoup plus loin et repenser la question de l'insertion des droits de l'enfant dans le cadre d'une réflexion « tabula rasa » du Titre II de la Constitution.
De heer Van Drooghenbroeck meent dat als men wil dat de Grondwet een samenhangende symbolische boodschap blijft brengen, men allicht veel verder moet gaan en voor Titel II van de Grondwet moet uitgaan van een tabula rasa-strategie om dan te zien hoe de rechten van het kind er het best in opgenomen worden.