49. répète que l'Union est vue souvent comme une unité par les citoyens, qui ne sont pas censés connaître les nuances institutionnelles et qu'il faut donc intégrer les politiques de communication de chaque institution dans une logique commune, et ce dans le respect des compétences et de l'autonomie de chacune d'entre elles; renouvelle son appel à un grand débat annuel interinstitutionnel en ce sens, en séance plénière, afin d'adopter une déclaration commune sur les objectifs et moyens de cette politique;
49. herhaalt dat de Europese Unie door de burgers, die niet worden geacht de institutionele verschillen te kennen, vaak wordt beschouwd als een eenheid en dat dus het communicatiebeleid van elke afzonderlijke instelling moet worden geïntegreerd in een gemeenschappelijke logica, met inachtneming van de bevoegdheden en de autonomie van elk van deze instellingen; herhaalt zijn verzoek om in die zin jaarlijks, tijdens een plenaire vergadering, een groot interinstitutioneel debat te organiseren met het oog op een gemeenschappelijke verklaring inzake de doelstellingen en middelen van dit beleid;