Il ressort des développements du premier moyen
que la Cour est, d'abord, invitée à statuer sur la compatibilité de l'article 20, § 1, du décret du 22 décembre 2010 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de
l'homme, en ce que, faute de permettre à la personne sanctionnée d'une amende administrative prévue par cette disposition décrétale d'introduire un recours contre la décision administrative lui infligeant cette amende devant un tribunal du pouvoir j
...[+++]udiciaire, la disposition attaquée priverait cette personne de son droit à ce que le bien-fondé de toute accusation pénale soit examiné par un tribunal indépendant et impartial.Uit de uiteenzetting van het eerste middel blijkt dat het Hof eerst wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van artikel 20, § 1, van het decreet van 22 december 2010 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zo
verre de bestreden bepaling, door de persoon die wordt bestraft met een administratieve geldboete waarin is voorzien bij die decreetsbepaling, niet toe te laten bij een rechtbank van de rechterlijke macht een beroep in te stellen tegen de administratieve beslissing waarbij hem die geldboete wordt opgelegd, die persoon zij
...[+++]n recht zou ontzeggen dat de gegrondheid van een strafvervolging wordt onderzocht door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie.