3. reconnaît que le processus de mondialisation constitue une force puissante et dynamique, qu'il convient d'utiliser pour le bien, le développement et la prospérité de tous les pays, sans exclusion, et souligne que les pays en voie de développement ont des difficultés particulières, qu'il faut tenter de résoudre, à relever ce défi,
3. erkent dat het globaliseringsproces een sterke en dynamische kracht is die moet worden aangewend ten voordele van alle landen zonder uitzondering, hun ontwikkeling en hun welvaart, en wijst erop dat de ontwikkelingslanden bijzondere moeilijkheden ondervinden om op deze uitdaging een antwoord te bieden en dat deze moeilijkheden moeten worden aangepakt;