Si l'on donne aux victimes de la traite des êtres humains un statut de protection temporaire, comment peut-on structurer les trois centres d'accueil de façon suffisamment autonome pour qu'ils soient en mesure eux-mêmes de décider de quelle manière ils peuvent, dans l'optique de l'« administration armée », transmettre au parquet des informations en provenance des victimes ?
Als men een tijdelijk beschermingsstatuut geeft aan de slachtoffers van mensenhandel, op welke wijze kunnen de drie opvangcentra voldoende autonoom worden gestructureerd opdat zij zelf kunnen beslissen op welke wijze zij informatie van de slachtoffers kunnen doorspelen naar het parket vanuit het oogpunt van « gewapend bestuur » ?