42. relève avec satisfaction la référence à la déclaration de Paris sur l'efficacité de l'aide au développement et insiste pour que la programmation du FED soit conforme aux recommandations de ladite déclaration; souligne cependant que la construction d'un partenariat équilibré, d'égal à égal entre Union européenne et ACP ne peut reposer uniquement sur l'harmonisation et l'alignement des bailleurs de fonds, mais doit promouvoir avant tout des obligations réciproques et la redevabilité mutuelle, notamment en matière de gouvernance;
42. neemt met genoegen kennis van de verwijzing naar de verklaring van Parijs over de doelmatigheid van ontwikkelingshulp en dringt erop aan dat de programmering van het EOF aan de aanbevelingen van deze verklaring voldoet; benadrukt niettemin dat de opbouw van een evenwichtig partnerschap tussen de EU en de ACS-landen als gelijke partners niet enkel op harmonisering en gelijkschakeling onder de geldschieters kan berusten, maar vooral de wederzijdse verplichtingen en wederkerige erkentelijkheid moet bevorderen, vooral waar het gaat om bestuur;