estime que l'égalité entre les hommes et les femmes (OMD 3) est un aspect essentiel à prendre en compte dans les mesures visant à atteindre les OMD, et invite les États membres de l'Union à examiner de toute urgence la question de l'insuffisance du financement mondial destiné à la réalisation de cet objectif; fait remarquer que l'autonomisation des femmes contribue largement, tout comme l'éducation, à la réalisation de l'OMD 4 relatif à la mortalité infantile et de l'OMD 5 relatif à la mortalité maternelle, qui sont des indicateurs essentiels du progrès global en matière de développement;
is van oordeel dat gendergelijkheid (millenniumdoelstelling 3) een essentieel onderdeel vormt van de inspanningen om de millenniumdoelstellingen te verwezenlijken en beveelt aan dat de EU-lidstaten snel het mondiale financieringstekort voor de verwezenlijking van millenniumdoelstelling 3 aanpakken; merkt op dat naast onderwijs de emancipatie van vrouwen in aanzienlijke mate bijdraagt aan de verwezenlijking van millenniumdoelstelling 4 inzake kindersterfte en millenniumdoelstelling 5 inzake de gezondheid van moeders, welke belangrijke indicatoren zijn voor de algemene vooruitgang op ontwikkelingsgebied,