« Art. 13 bis. Le chercheur et le chef du laboratoire sont responsables solidairement dans les cas où un enfant handicapé ou mal formé naît d'une femme qui a été traitée par des méthodes médicales, chirurgicales ou obstétricales et où le handicap ou la malformation résultent d'un acte ou d'une omission pendant le processus de sélection, de conservation ou d'utilisation extracorporelle de l'embryon, des gamètes ou de tout autre matériel reproductif employé.
« Art. 13 bis. De onderzoeker en hoofd van het laboratorium zijn hoofdelijk aansprakelijk in gevallen waarbij een gehandicapt of misvormd kind geboren wordt uit een vrouw die behandeld werd met medische, chirurgische of verloskundige methodes die het gevolg zijn van een handeling of door omissie in de loop van het selectieproces, of het bewaren, of het gebruik buiten het lichaam van het embryo, de gameten of ander voortplantingsmateriaal dat gebruikt werd.