Elle constate qu'il y a une incohérence dans la politique fédérale : d'une part, on réclame davantage de flexibilité sur le marché du travail, y compris de la part des femmes (travail de nuit) et, d'autre part, on organise et finance l'accueil des enfants de manière insuffisante pour que les femmes puissent répondre à ces exigences de flexibilité.
Zij stelt vast dat er op het federaal niveau een incoherentie in het beleid is ontstaan : men vraagt meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt, ook van vrouwen (bijvoorbeeld nachtwerk) en tegelijkertijd organiseert/financiert men onvoldoende kinderopvang opdat de vrouwen aan deze flexibiliteitseisen zouden kunnen voldoen : voor haar is het evident dat beide elementen aan elkaar gelinkt zijn en dat zij dan ook bijgevolg op hetzelfde bevoegdheidsniveau, in casu het federale, moeten worden opgelost.