M. Hugo Vandenberghe cite la remarque du Conseil d'État selon laquelle la définition des notions de domicile et de résidence habituelle pour l'application de la présente loi a pour conséquence que la disposition en projet n'affecte pas les autres règles du droit international privé belge, qui ne sont ou ne seraient pas comprises dans le code en projet, et qui font ou feraient aussi usage de ces notions classiques.
De heer Hugo Vandenberghe haalt de opmerking aan van de Raad van State waarbij deze stelt dat de omschrijving van de begrippen woonplaats en gewone verblijfplaats voor de toepassing van deze wet tot gevolg heeft, dat de ontworpen bepaling geen weerslag heeft op de overige regels van het Belgisch internationaal privaatrecht, die niet in het ontworpen wetboek worden of zouden worden opgenomen, en die ook werken of zouden werken met die klassieke begrippen.