2. La dette de maximum 7 400 millions d'euros à reprendre par le Fonds de l'Infrastructure ferroviaire correspond intégralement à la dette que la société a dû contracter depuis sa création pour des financements d'investissements d'infrastructure (ces dernières années, principalement des investissements dans les lignes TGV) ainsi que pour des financements qui résultent de ses obligations de service public (charges liées à l'exploitation, au transport et aux tarifs).
2. De door het Fonds voor Spoorweginfrastructuur over te nemen schuld van maximum 7 400 miljoen euro bestaat integraal uit schuld die de maatschappij sinds haar oprichting in 1926 heeft moeten aangaan voor de financieringen van infrastructuurinvesteringen (in de laatste jaren voornamelijk investeringen in HST-lijnen) en financieringen welke het gevolg zijn van de openbare dienstverplichtingen (exploitatie-, vervoer- en tariefplicht).
