Suite à la directive du Conseil des Communautés européennes du 23 juillet 1990 concernant le régime fiscal commun applicable aux sociétés-mères et filiales d'États membres différents, l'exonération de retenue à la source en faveur des dividendes de participations d'au moins 25 %, telle que prévue par la législation interne des deux États, a été confirmée dans la Convention.
Als gevolg van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap van 23 juli 1990 betreffende het gemeenschappelijke fiscaal stelsel dat van toepassing is op moeder- en dochtervennootschappen van verschillende Lidstaten, werd de vrijstelling van de bronheffing voor dividenden uit deelnemingen van ten minste 25 %, zoals voorzien in de interne wetgeving van de beide Staten, in Overeenkomst bevestigd.