Les États membres prévoient que les activités dont la liste figure à l'annexe I peuvent être exercées sur leur territoire, selon les dispositions de l'article 20, paragraphes 1 à 6, de l'article 21, paragraphes 1 et 2, et de l'article 22, tant au moyen de l'établissement d'une succursale que par voie de prestation de services par tout établissement financier d'un
autre État membre, filiale d'un établissement de crédit, ou filiale commune de plusieurs établissements de crédit, d
ont le statut légal permet l'exercice de ces activités et
...[+++]qui remplit chacune des conditions suivantes:
De lidstaten bepalen dat de in bijlage I genoemde lijst werkzaamheden op hun grondgebied mogen worden uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in artikel 20, leden 1 tot en met 6, artikel 21, leden 1 en 2, en in artikel 22, zowel door middel van het vestigen van een bijkantoor als door middel van het verrichten van diensten, door iedere financiële instelling van een andere lidstaat die een dochteronderneming van een kredietinstelling of een gemeenschappelijke dochteronderneming van twee of meer kredietinstellingen is, die wettelijk de betrokken werkzaamheden mag uitoefenen en die aan alle volgende voorwaarden voldoet: