Art. 18. En cas de fermeture visée aux articles 3 et 4, le travailleur ayant au moins un an d'ancienneté dans l'entreprise et dont le contrat de travail conclu pour une durée indéterminée est rompu, soit par l'employeur, soit par le travailleur en raison de faits qui constituent un motif grave imputable à l'employeur, a droit pendant la période allant du douzième mois qui précède, selon le cas, la date de la fermeture ou la date du déplacement du siège d'exploitation ou de la fusion de l'entreprise, jusqu'à la fin du douzième mois qui suit ces dates, à une indemnité de fermeture à charge de son employeur.
Art. 18. In geval van sluiting, bedoeld in de artikelen 3 en 4, heeft de werknemer, met ten minste één jaar anciënniteit in de onderneming en aan wiens arbeidsovereenkomst, die voor onbepaalde duur werd gesloten, een einde wordt gemaakt ofwel door de werkgever, ofwel door
de werknemer wegens feiten die in hoofde van de werkgever een dringende reden uitmaken, tijdens de periode gaande van de twaalfde maand die, naargelang het geval, de datum van de sluiting of de datum van de verplaatsing van de exploitatiezetel of de fusie van de onderneming voorafgaat, recht op een sluitingsvergoeding ten laste van zijn werkgever tot het einde van de t
...[+++]waalfde maand die volgt op deze data.