Parl., Ch., s.o. 2001-2002, n° 1937/1, p. 26), l'article 33 prévoit que le pouvoir de contrôle du Ministre du Budget est en pratique délégué à un membre du Corps interfédéral de l'Inspection des Finances, sur base de l'article 30, § 1, de l'arrêté royal du 1 avril 2003 Fixant le statut des membres du Corps interfédéral de l'Inspection des finances et modifiant l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant organisation du Corps interfédéral de l'Inspection des Finances.
St., Kamer, 2001-2002, nr. 1937/1, blz. 26), bepaalt artikel 33 dat de controlebevoegdheid van de Minister van Begroting in de praktijk wordt gedelegeerd aan een lid van het Interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën, op grond van artikel 30, § 1, van het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut van de leden van het Interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het Interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën.