7. souligne que le nouveau régime de fonds propres ne saurait déboucher sur une concentration du secteur bancaire européen ou placer un quelconque établissement du s
ecteur des services financiers dans une situation de concurrence désavantageuse par rapport à ses pairs à l'échelon international, en raison d'exigences réglementaires, et que la réglementation doit pouvoir être applicable en ce qui concerne les petits établissements aussi, les établissements qui n'appliquent que l'approche standardisée ne pouvant être défavorisés; demande, eu é
gard à l'importance nettement accrue ...[+++] de la fourchette de variation des résultats de l'étude d'impact 3 pour ce qui est exigences de fonds propres, qu'une période de transition soit ménagée aux établissements afin de permettre à ceux-ci d'adapter leur structure de risque au nouveau régime, par exemple au moyen d'un régime floor/cap;
7. onderstreept dat het nieuwe stelsel voor kapitaaltoereikendheid er onder geen enkel beding toe mag leiden dat als gevolg van regelgevingsvereisten het Europese bankwezen wordt geconsolideerd of dat enige inst
elling in de sector financiële diensten ten opzichte van haar internationale concurrenten een concurrentienadeel ondervindt, dat de lasten die de naleving van de regeling meebrengt ook voor kleinere instellingen gemakkelijk te dragen moeten zijn, en dat instellingen die alleen de standaardbenadering toepassen, niet benadeeld mogen worden; dringt, in verband met het in QIS 3 duidelijk aan het licht gebrachte grote verschil qua imp
...[+++]act van de vereisten inzake kapitaaltoereikendheid van de instellingen, aan op een overgangstermijn met een regeling die alle banken de mogelijkheid biedt hun risicostructuur aan het nieuwe stelsel aan te passen, bijvoorbeeld door een floor/cap-regeling;