Il en résulte que le projet doit viser toutes les personnes qui appartiennent aux groupes à risque, déterminés par le Roi sur le fondement de l'article 189, alinéa 4, de la loi du 27 décembre 2006, et que par conséquent, les moyens financiers supplémentaires doivent être octroyés dès que le projet concerne des personnes qui appartiennent à un groupe à risque déterminé par l'arrêté royal du 19 février 2013, indépendamment de la question de savoir si ces personnes sont ou non âgées de plus de 26 ans.
Hieruit volgt dat in het ontwerp alle personen moeten worden beoogd die behoren tot de risicogroepen, zoals bepaald door de Koning op grond van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006, en dat derhalve de bijkomende financiële middelen moeten worden toegekend van zodra het project betrekking heeft op personen die behoren tot een risicogroep, bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013, los van de vraag of deze personen al dan niet jonger zijn dan 26 jaar.