« L'arrêté royal du 18 novembre 1996 instaurant une assurance sociale en faveur des travailleurs indépendants en cas de faillite, confirmé par la loi du 13 juin 1997, spécialement en son article 4, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il soumet le dr
oit à la prestation financière égale au minimum de la pension pour indépendants, prévue par son article 7, à la condition que le travailleur indépendant qui a été déclaré en faillite ne puisse prétendre à aucun revenu de remplacement, et par conséquent en ce qu'il prévoit de le priver purement et simplement de ladite prestation, sans vérifier si le revenu de remplacem
...[+++]ent auquel il peut prétendre est au moins égal au minimum prévu par l'article 7 et sans prévoir l'octroi de la différence en cas de revenu inférieur à ce minimum, par rapport au travailleur indépendant qui a été déclaré en faillite et se voit garantir la perception d'une prestation financière minimale largement supérieure au revenu de remplacement dont il pourrait bénéficier s'il avait droit aux allocations de chômage ?« Schendt het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen in geval van faillissement, bekrachtigd bij de wet van 13 juni 1997, inzonderheid artikel 4 ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre
het het recht op de financiële uitkering gelijk aan het minimumpensioen van zelfstandigen, bepaald in artikel 7 ervan, onderwerpt aan de voorwaarde dat de failliet verklaarde zelfstandige geen aanspraak kan maken op enig vervangingsinkomen, en bijgevolg in zoverre het erin voorziet dat die uitkering hem zonder meer wordt ontzegd, zonder na te gaan of het vervangin
...[+++]gsinkomen waarop hij aanspraak kan maken minstens gelijk is aan het bij artikel 7 bepaalde minimum en zonder te voorzien in de toekenning van het verschil wanneer het inkomen lager ligt dan dat minimum, ten opzichte van de failliet verklaarde zelfstandige aan wie de inning van een minimale financiële uitkering wordt gewaarborgd die aanzienlijk hoger ligt dan het vervangingsinkomen dat hij zou kunnen genieten indien hij recht had op de werkloosheidsuitkeringen ?