Comme elle l'avait déjà fait devant le juge a quo, la société Parfina soutient que même à supposer une discrimination, il n'y a pas lieu de soumettre à la Cour d'arbitrage une question préjudicielle parce qu'il n'appartient pas à la Cour de combler une lacune de la loi fiscale et de créer ainsi un impôt non prévu par la loi.
Zoals zij reeds had gedaan voor de verwijzende rechter, betoogt de vennootschap Parfina dat, zelfs gesteld dat er een discriminatie is, er geen aanleiding toe bestaat aan het Arbitragehof een prejudiciële vraag te stellen, omdat het het Hof niet toekomt een leemte in de fiscale wetgeving aan te vullen en aldus een belasting in het leven te roepen waarin de wet niet voorziet.