Lorsque dans l'exercice de sa profession, le praticien a commis des faits ou des fautes qui sont de nature à ce que la poursuite de l'exercice de sa profession constitue un risque et que ces faits justifient au moins une suspension, le Conseil visé à l'article 11 peut prendre des mesures provisoires, à savoir prononcer une suspension immédiate, provisoire et exécutoire par provision et ce, conformément aux règles fixées par le Roi.
Wanneer de beoefenaar binnen de uitoefening van zijn beroep feiten heeft gepleegd of fouten heeft begaan die van die aard zijn dat zijn verder optreden een risico betekent en deze feiten tenminste een schorsing rechtvaardigen, kan de In artikel 11 bedoelde Raad voorlopige maatregelen nemen, met name het uitspreken van een onmiddellijke, voorlopige en uitvoerbaar bij voorraad zijnde schorsing en dit overeenkomstig de regelen die door de Koning worden bepaald.