La première question préjudicielle vise à savoir si les paragraphes 1 et 5 de l'article 24 de la Constitution sont violés en ce que la commission de planification, le ministre de l'Enseignement et le Gouvernement flamand se voient conférer le pouvoir discrétionnaire d'accorder des dérogations au plan de programmation (article 3, § 2, alinéa 6) ou aux plans de rationalisation et de programmation (article 3, § 3, alinéa 2, 4°).
De eerste prejudiciële vraag strekt ertoe te weten of de paragrafen 1 en 5 van artikel 24 van de Grondwet worden geschonden doordat aan de planificatiecommissie, de Minister van Onderwijs en de Vlaamse Regering discretionaire bevoegdheid wordt verleend om afwijkingen toe te staan van het programmatieplan (artikel 3, § 2, zesde lid) of van het rationalisatie- en programmatieplan (artikel 3, § 3, tweede lid, 4°).