Art. 33. La sensibilité au rayonnement neutronique (si l'instrument de mesure est pourvu d'un système de détection des neutrons) : l'alarme doit se déclencher en cas d'exposition à un flux de neutrons émis par une source de Cf de 0,01 µg (environ 20 000 n/s) pendant 5 secondes, à une distance de 2 mètres, lorsque le rayonnement gamma est atténué à moins d'1 %.
Art. 33. Gevoeligheid voor neutronenstraling (indien het meetinstrument met een neutronendetectiesysteem is voorzien) : de detector moet een alarm genereren bij een neutronenflux afkomstig van een Cf-bron van 0,01 µg (ongeveer 20 000 n/s) gedurende 5 seconden op 2 meter afstand wanneer de gammastraling wordt afgeschermd tot minder dan 1 %.
