La mise en oeuvre de ce grand programme s'appuie sur deux piliers : d'une part, la conclusion d'accords d'association entre chacun des pays partenaires et l'Union, afin d'établir des programmes d'actions « sur mesure » en fonction des besoins et des moyens de chacun, ces accords étant destinés à se substituer aux anciens accords de coopération; d'autre part, la coopération régionale décentralisée.
De tenuitvoerlegging van dit omvangrijke programma steunt op twee pijlers : enerzijds worden associatie-overeenkomsten gesloten tussen elk van de partnerlanden en de Unie teneinde actieprogramma's « op maat » uit te werken, afhankelijk van de noden en de middelen van elk land, waarbij deze overeenkomsten de oude samenwerkingsakkoorden vervangen; anderzijds is er de gedecentraliseerde regionale samenwerking.