36. note que le système énergétique d
e l'Europe a évolué depuis 2002, année à laquelle l'objectif de 10 % d'interconnexion électrique avait été initialement fixé, et constate notamment que les sources d'énergie renouvelables ont été développées sur l'ensemble du continent; recommande, dans ce contexte, de ne pas se limiter uniquement à
l'objectif de 15 % fondé sur la capacité installée à l'horizon 2030 et d'évaluer minutieusement cet objectif afin de veiller à ce qu'il soit adapté, pertinent et réaliste; demande, par conséquent, à l
...[+++]a Commission d'étudier la possibilité de fixer des objectifs régionaux complémentaires et d'établir de meilleurs critères de référence qualitatifs et quantitatifs, tels que les flux commerciaux, les débits de pointe et les goulets d'étranglement, qui permettent de déterminer le niveau d'interconnexion nécessaire; 36. merkt op dat het Europese
energiesysteem zich sinds 2002, toen het streefcijfer van 10 % interc
onnectie bij stroom voor het eerst is vastgesteld, heeft ontwikkeld en dat op het hele continent met name werk is gemaakt van de hernieuwbare energiebronnen; beveelt in deze context aan dat het streefcijfer van 15 % op basis van de in 2030 geïnstalleerde capaciteit niet als een op zichzelf staand gegeven mag worden gezien en zorgvuldig en grondig moet worden beoordeeld om te waarborgen dat het geschikt, toepasselijk en haalbaar is; ver
...[+++]zoekt de Commissie daarom de vaststelling van regionale, aanvullende streefcijfers te beoordelen en betere kwalitatieve en kwantitatieve benchmarks te vinden, zoals handelsstromen, piekstromen en knelpunten, waaruit kan worden afgeleid hoeveel interconnectie nodig is;