Avant sa modification par la loi du 18 juillet 1997 (Moniteur belge du 28 août 1997), l'article 8, § 2, alinéa 6, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage réservait au gouverneur de province, le pouvoir d'agréer, selon une procédure fixée par le Roi, les stands de tir où était prodiguée une formation et organisé un entraînement au tir avec des armes à feu.
Vóór haar wijziging door de wet van 18 juli 1997 (Belgisch Staatsblad van 28 augustus 1997), bepaalde artikel 8, § 2, zesde lid van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten dat de provinciegouverneur bevoegd was om, volgens een door de Koning vastgestelde procedure, de schietstanden te erkennen waar een opleiding en training voor het schieten met vuurwapens werd gegeven.