Pendant une période de transition pouvant s'étendre jusqu'au 1er janvier 2007 au plus tard et par dérogation à la restriction formulée au point 4 b), les États membres peuvent décider, lorsqu'il est difficile d'obtenir des ovins de remplacement d'un génotype connu, d'autoriser, dans les exploitations auxquelles s’appliquent les mesures visées aux points 2 b) i) et ii), l'introduction de brebis non gestantes de génotype inconnu».
Indien het moeilijk is om nieuwe schapen te vinden waarvan het genotype bekend is, kunnen de lidstaten tijdens een overgangsperiode tot uiterlijk 1 januari 2007 in afwijking van het bepaalde in punt 4, onder b), besluiten om toe te staan dat niet-drachtige ooien van een onbekend genotype worden binnengebracht op bedrijven waarop de in punt 2, onder b), i) en ii), bedoelde maatregelen van toepassing zijn”.