Comme cela a été déjà expliqué (voir document GMC (95) 46) le trafic d'influence « passif » présuppose qu'une personne, profitant d'une influence réelle ou prétendue auprès d'une tierce partie, sollicite, reçoive ou accepte un avantage indu, pour assister la personne ayant fourni l'avantage indu en exerçant une influence abusive.
Zoals reeds is uitgelegd (zie document GMC (95) 46), veronderstelt « passieve » ongeoorloofde beïnvloeding dat een persoon die een werkelijke of veronderstelde invloed op een derde heeft, een onverschuldigd voordeel vraagt, ontvangt of aanvaardt om de persoon die het onverschuldigde voordeel heeft verstrekt, te helpen door een ongeoorloofde invloed uit te oefenen.