§ 1 . Lorsque des prestations manifestement inadéquates sont fournies de manière répétée ou que le comportement ou la conduite de l'expert judiciaire porte atteinte à la dignité de la fonction ou constitue un manquement à la déontologie visée à l'article 991quater, 7°, le ministre de la Justice peut, par une décision motivée, rayer temporairement ou définitivement son nom du registre national des experts judiciaires, sur proposition du président du tribunal de première instance du lieu où l'intéressé exerce ses activités professionnelles ou du procureur du Roi, et après avoir pris connaissance des observations de l'intéressé.
§ 1 Indien bij herhaling kennelijk ontoereikende prestaties worden geleverd of het gedrag of de handelwijze van de gerechtsdeskundige de waardigheid van de functie schaadt of aan de in artikel 991quater, 7°, bedoelde deontologie tekortkomt, kan de minister van Justitie, op voorstel van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg waar de betrokkene zijn beroepsactiviteiten uitoefent of op voorstel van de procureur des Konings en na kennis te hebben genomen van de opmerkingen van de betrokkene, bij een met redenen omklede beslissing diens naam tijdelijk of definitief uit het nationaal register voor gerechtsdeskundigen schrappen.