Lorsque le stage de transition est arrêté prématurément et que le service compétent pour la formation professionnelle atteste que cet arrêt est insuffisamment justifié et est dû au fournisseur de stage, celui-ci doit payer au stagiaire, sur une base à temps plein, l'indemnité qu'il doit conformément au § 1, alinéa 1, 8°, pour la partie restante du stage d'insertion qui n'a pas été exécutée.
Wanneer de instapstage voortijdig beëindigd wordt en de bevoegde dienst voor beroepsopleiding attesteert dat deze beëindiging onvoldoende gerechtvaardigd is en te wijten is aan de stagegever, dan moet deze aan de stagiair de vergoeding betalen die hij overeenkomstig § 1, eerste lid, 8°, verschuldigd is, voor de resterende, niet-uitgevoerde overeengekomen duurtijd van de instapstage op voltijdse basis.