1. Lorsque, dans un État membre, les frais de justice afférents à une procédure civile, au sens de l'article 17, paragraphe 1, point a) ou b), selon le cas, sont équivalents ou supérieurs aux frais liés à une procédure européenne d'injonction de payer, le total des frais de justice afférents à une procédure européenne d'injonction de payer et à la procédure civile qui y fait suite en cas d'opposition conformément à l'article 17, paragraphe 1, n'excède pas les frais afférents à la procédure qui n'a pas été précédée par une procédure européenne d'injonction de payer dans cet État membre.
1. Indien in een lidstaat de gerechtskosten voor een civielrechtelijke procedure in de zin van artikel 17, lid 1, onder a) of b), naargelang van het geval, gelijk zijn of hoger dan die voor de Europese betalingsbevelprocedure, mogen de totale gerechtskosten voor een Europese betalingsbevelprocedure en voor de civielrechtelijke procedure die daar overeenkomstig artikel 17, lid 1, op volgt indien een verweerschrift is ingediend, niet hoger zijn dan de kosten voor een procedure waaraan in die lidstaat geen Europese betalingsbevelprocedure is voorafgegaan.
