5° a) les organisations visées à l'article 3, § 1, 3°, qui reçoivent un budget de financement quadriennal qui est inférieur ou égal à 24.000.000 francs belges (594.944,45 euro) doivent, conformément au plan de gestion, proposer des représentations régulières, étant entendu qu'au cours de la période de subventionnement de quatre ans, au moins deux cents représentations ou manifestations doivent avoir lieu;
5° a) de organisaties, bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, die een vierjarig financieringsbudget ontvangen dat kleiner is dan of gelijk is aan 24.000.000 Belgische frank (594.944,45 euro), moeten overeenkomstig het beleidsplan, op regelmatige wijze voorstellingen brengen, met dien verstande dat binnen de subsidiëringsperiode van vier jaar minimum tweehonderd voorstellingen of manifestaties plaatsvinden;