13. retient que les réformes du marché du travail doivent se poursuivre, avant tout à travers le développement d'une politique de la formation tout au long de la vie, de façon à ce que la flexibilité et la mobilité du travail s'accompagnent d'une augmentation des occasions d'employabilité fondée sur la qualification du travail, étant donné, d'un côté, le décalage important qui existe entre les besoins des entreprises et l'offre de main d'œuvre qualifiée et, d'un autre côté, la persistance d'un chômage de longue durée et le processus d'exclusion qui frappe toujours davantage les travailleurs moins qualifiés et les travailleurs plus âgés;
13. is van mening dat de hervorming van de arbeidsmarkt moet worden voortgezet, vooral door de ontwikkeling van een beleid van levenslange scholing, zodat arbeidsflexibiliteit en -mobiliteit gepaard gaan met ruimere mogelijkheden voor inzetbaarheid op basis van arbeidskwalificatie, gegeven enerzijds de grote discrepantie tussen de behoeften van de ondernemingen en het aanbod van gekwalificeerd personeel en anderzijds de aanhoudende langdurige werkloosheid en het proces van uitsluiting waardoor de minder gekwalificeerde en oudere werknemers nog steeds zwaarder worden getroffen;