23. relève la décision prise en 2011 par le département d'État des États-Unis et le Foreign Office britannique, à la suite de l'inaction des autorités russes, d'imposer une interdiction de visa à une soixantaine de fonctionnaires russes qui aur
aient été impliqués dans la mort de Sergueï Magnitski; réitère, face à l'absence d'avancées dans l'enquête sur l'affaire Magnitski, l'appel lancé au Conseil pour qu'il insiste auprès des autorités russes afin qu'elle traduise les responsables en justice et prie également le Conseil d'imposer immédiatement, dans tous les États membres de l'Union, d
es interdictions de ...[+++]visas ainsi que le gel des actifs des fonctionnaires du gouvernement russe qui ont été impliqués dans des affaires de fraude fiscale et de ceux qui ont joué un rôle dans l'arrestation, sans motif, de Sergueï Magnitski, qui l'ont torturé, privé de soins médicaux, assassiné pendant sa détention ou qui ont couvert les coupables de ce crime; 23. wijst erop dat het Amerikaanse en het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken in 2011 hebben b
esloten niet langer visa te verstrekken aan 60 Russische functionarissen tegen wie de verdenking bestaat dat ze betrokken zijn geweest bij de dood van Sergeij Magnitski, in concreto in de vorm van nalatig optreden door de autoriteiten waarvoor zij werkten; v
erzoekt de Raad nog eens, gezien het feit dat er geen schot zit in het onderzoek naar de dood van Sergej Magnitski, de Russische autoriteiten met klem te verzoeken de verantwoordelij
...[+++]ken ter verantwoording te roepen, en tegelijkertijd in alle lidstaten van de EU een verbod in te stellen op de afgifte van visa aan en de tegoeden te bevriezen van de Russische regeringsfunctionarissen die betrokken waren bij de belastingfraude, alsook van diegenen die een rol hebben gespeeld bij de onwettige arrestatie, foltering, ontzegging van medische zorg en moord op Magnitski tijdens zijn detentie, en de verdoezeling van dit misdrijf;