3. a) Quelles sont les dix nationalités les plus fréquemment rencontrées auprès des personnes dont les allocations familiales versées indûment ont été recouvrées? b) De quels montants s'agissait-il pour chacune de ces nationalités?
3. a) Wat was de top tien van de nationaliteiten van de rechthebbenden die het voorwerp uitmaakten van een terugvordering van onverschuldigd uitgekeerde bedragen? b) Om welke bedragen ging het voor elk van deze nationaliteiten?