23. estime qu'il est impératif de favoriser une stratégie de prévention et de dépistage des facteurs de risques liés au vieillissement tels que la dénutrition, les effets de la poly-médication, l'ostéoporose, l'incontinence urinaire, la maladie d'Alzheimer et les maladies apparentées, et le problème de la gravité et de la fréquence des chutes des personnes âgées.
23. meent dat dringend werk moet worden gemaakt van een strategie voor preventie en tijdige vaststelling van met het ouder worden gepaard gaande risico's, zoals ondervoeding, de gevolgen van overmatig gebruik van geneesmiddelen, osteoporose, incontinentie van de urinewegen, de ziekte van Alzheimer en soortgelijke ziekten en het probleem dat bejaarden makkelijk vallen en daarbij ernstige kwetsuren oplopen;