Contrairement à l'arrêté royal de 2003, le paragraphe 5 de l'article 2 indique explicitement quelles sont les données d'identification que la Cellule de coordination de la Justice doit transmettre à l'Institut belge des services postaux et des télécommunications, qui les communiquera ensuite au Service de la Politique criminelle du Service public fédéral Justice.
Paragraaf 5 van artikel 2 vermeldt expliciet, in tegenstelling tot het koninklijk besluit van 2003, welke de identificatiegegevens zijn die de Coördinatiecel Justitie moet meedelen aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, die deze dan zal doorgeven aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van de Federale Overheidsdienst Justitie.