Si le souhait premier du législateur fédéral de maintenir une certaine harmonie entre les règles qui gouvernent le statut du personnel des organismes fédéraux d'intérêt public et celles qui s'appliquent au personnel des organismes d'intérêt public régionaux et communautaires n'est pas contestable, il n'en demeure pas moins qu'à la suite de l'entrée en vigueur de l'article 16, 4°, de la loi spéciale du 8 août 1988, l'autorité fédérale enserre trop strictement le pouvoir des communautés et des régions de fixer le statut des agents des organismes d'intérêt public qu'elles créent.
Is de
eerste wens van de federale wetgever die bestaat in de handhaving van een zekere harmonie tussen de regels die het statuut van het personeel van de federale instellingen van openbaar nut beheersen en die welke van toepassing zijn op het personeel van de instellingen van openbaar nut van de gewesten en de gemeenschappen niet betwistbaar, toch neemt zulks niet weg dat de federale overheid, als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 16, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1988, de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten om het statuut van de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut die zij oprichten, te s
...[+++]trikt omschrijft.