Pour les créances visées à l’article 12, § 4, alinéa 1 , de l’arrêté-loi du 7 février 1945 concernant la sécurité sociale des marins de la marine marchande qui ne sont pas encore prescrites au 1 janvier 2009, selon le délai de prescription de cinq ans, mais qui sont déjà prescrites selon le nouveau délai de prescription de trois ans, la date de prescription est fixée au 1 janvier 2009.
Voor de vorderingen, bedoeld in artikel 12, § 4, eerste lid, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, die met toepassing van de verjaringstermijn van vijf jaar nog niet verjaard zijn op 1 januari 2009, maar die met toepassing van de nieuwe verjaringstermijn van drie jaar wel verjaard zijn, wordt de datum van verjaring vastgesteld op 1 januari 2009.