Vertaling van "février 2014 étant " (Frans → Nederlands) :

2 OCTOBRE 2015. - Arrêté du Gouvernement flamand portant diverses dispositions relatives à l'accès et l'utilisation, la reconnaissance comme source authentique de données géographiques et la tenue du « Grootschalig Referentie Bestand » (GRB) (Base de données des références à grande échelle) Le Gouvernement flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l'article 20 ; Vu le décret du 16 avril 2004 relatif au « Grootschalig Referentie Bestand » (GRB) (Base de données des références à grande échelle), notamment les articles 13, 16 et 20, modifié par le décret du 20 février 2009 ; Vu le décret du 27 avril 2007 portant réutilisation des informations du secteur public, notamment les articles 7 et 8, modifiés par le décret du 12 juin 2015 ; Vu le décret GDI du 20 février 2009, notamment les articles 15 à 18, 22 et 23 inclus ; Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 octobre 2009 fixant la manière dont l'accès est autorisé au « Grootschalig Referentie Bestand » (GRB), les conditions d'utilisation des données de référence à grande échelle reprises au GRB et les indemnités dues pour l'accès au GRB ; Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 septembre 2010 fixant les règles d'accès aux et l'utilisation par les participants à la « GDI-Vlaanderen » des sources de données géographiques et de services géographiques ajoutés à la GDI ; Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 octobre 2011 fixant les règles d'accès à et d'utilisation des sources de données géographiques et des services géographiques ajoutés à la GDI, par les instances qui ne participent pas à la " GDI-Vlaanderen ", ainsi que le régime d'indemnité pour l'accès public ; Vu l'arrêté ministériel du 30 octobre 2009 fixant le modèle des licences d'accord pour l'accès aux bases de données des réfèrences à grandes échelle « Grootschalig Referentie Bestand » (GRB) et les indemnités redevables pour l'accès au GRB ; Vu l'avis du Consil GRB, émis le 26 septembre 2014 ; Vu la propo ...
2 OKTOBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de toegang en het gebruik, de erkenning als authentieke geografische gegevensbron en de bijhouding van het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 `tot hervorming der instellingen', artikel 20; Gelet op het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB), artikel 13, 16 en 20, gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2009; Gelet op het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie, artikel 7 en 8, gewijzigd bij het decreet van 12 juni 2015; Gelet op het GDI-decreet van 20 februari 2009, artikel 15 t.e.m. 18, 22 en 23; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2009 houdende vaststelling van de wijze waarop toegang wordt verleend tot het Grootschalig Referentie Bestand (GRB), de voorwaarden voor het gebruik van de in het GRB opgenomen grootschalige referentiegegevens en de vergoedingen die verschuldigd zijn voor de toegang tot het GRB; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot bepaling van de nadere regels voor de toegang tot en het gebruik door de deelnemers van GDI-Vlaanderen van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten toegevoegd aan de GDI; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2011 tot bepaling van de nadere regels voor de toegang tot en het gebruik door instanties die geen deelnemer zijn aan GDI-Vlaanderen van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, toegevoegd aan de GDI, en de vergoedingsregeling voor de publieke toegang; Gelet op het ministerieel besluit van 30 oktober 2009 houdende vaststelling van het model van licentieovereenkomst voor toegang tot het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) en de vergoedingen die verschuldigd zijn voor de toegang tot het GRB; Gelet op het advies van de GRB-raad, gegeven op 26 september 2014; Gelet op het voor ...

Dans l'attente d'une définition par le Gouvernement flamand des engrais à faible teneur en azote, tels que visés à l'article 8, § 4, alinéa trois, sont considérés comme des engrais de type 3 à faible teneur en azote, les autres engrais et les effluents d'élevage traités dont la teneur en azote est basse, comme visé à l'article 8, § 4 du présent décret, tel qu'il a été modifié en dernier lieu par le décret du 28 février 2014, étant entendu qu'il faut veiller, lors de l'utilisation de ces engrais, que la quantité épandue soit conforme aux dispositions de l'article 8, § 4, alinéa trois du présent décret.
In afwachting van een bepaling door de Vlaamse Regering van de meststoffen die een meststof zijn waarvan de stikstofinhoud laag is als vermeld in artikel 8, § 4, derde lid, worden als meststoffen type 3 waarvan de stikstofinhoud laag is beschouwd, de andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest waarvan de stikstofinhoud laag is als vermeld in artikel 8, § 4, van dit decreet, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 28 februari 2014, met dien verstande dat bij het gebruik van deze meststoffen, er moet op toegezien worden dat de opgebrachte hoeveelheid in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 8, § 4, derde lid, van dit decreet.

Un agriculteur qui opte pour ce système doit limiter sa fertilisation azotée dans l'année 2015 aux quantités, visées à l'article 13, § 2, du présent décret, tel qu'il a été modifié en dernier lieu par le décret du 28 février 2014, étant entendu que pour la définition des quantités autorisées, la culture ornementale et l'arboriculture sont considérées comme des légumes ressortissant au groupe II et que les fraises sur sols sablonneux ou sur sols non-sablonneux sont considérées comme des légumes ressortissant au groupe II, cultivés sur des sols sablonneux.
Een landbouwer die hiervoor opteert moet in het jaar 2015 zijn stikstofbemesting beperken tot de hoeveelheden, vermeld in artikel 13, § 2, van dit decreet, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 28 februari 2014, met dien verstande dat voor het bepalen van de toegelaten hoeveelheden, sierteelt en boomkweek als een groente van groep II en dat aardbeien op zandgronden of op niet-zandgronden, aanzien worden als een groente van groep II op zandgronden.

57. rappelle l'importance de l'exception pour copie privée, qui ne doit pas faire l'objet de limitations techniques, tout en étant assortie d'une indemnisation équitable des créateurs; invite la Commission à analyser, en se fondant sur des données scientifiques probantes, sur la résolution du Parlement du 27 février 2014 sur les redevances pour copie privée et sur les résultats du dernier processus de médiation mené par la Commission , la viabilité des mesures en vigueur relatives à l'indemnisation équitable des titulaires de droits pour les reproductions effectuées par des personnes physiques aux fins d'un usage privé, eu égard notamment aux mesures de transparence;
57. herinnert aan het belang van de uitzondering voor het kopiëren voor privégebruik dat technisch niet beperkt mag worden, gekoppeld aan een billijke compensatie voor scheppende kunstenaars; verzoekt de Commissie om op basis van wetenschappelijke bewijzen, de resolutie van het Parlement van 27 februari 2014 over heffingen voor kopiëren voor privégebruik en de resultaten van de laatste door de Commissie uitgevoerde bemiddelingsprocedure , de levensvatbaarheid te analyseren van de bestaande maatregelen voor de billijke compensatie van rechthebbenden ten aanzien van reproducties door natuurlijke personen voor privégebruik, met name vanuit het oogpunt van maatregelen inzake transparantie;

Deuxième moyen tiré d’une absence de motivation de la décision du CEPD, celle-ci étant implicite et sa motivation ne pouvant se déduire ni de son contexte ni de la décision du 25 février 2014.
Tweede middel: ontbrekende motivering van het besluit van de ETGB, aangezien het een stilzwijgend besluit betreft en de motivering ervan niet kan worden afgeleid uit de context of uit het besluit van 25 februari 2014.

Ce compromis a été approuvé par l'adoption d'un accord politique par le Conseil le 11 février 2014, le Coreper s'étant prononcé le 29 janvier 2014.
Dit compromis werd bekrachtigd door de aanneming van een politiek akkoord door de Raad op 11 februari 2014, via het Coreper op 29 januari 2014.

E. considérant que le représentant spécial du Secrétaire général des Nations unies pour l'Iraq, M. Nickolay Mladenov, a déclaré le 13 février 2014 que, depuis le début du mois de janvier 2014, les Nations unies poursuivaient leur collaboration avec le gouvernement et les autorités locales en vue de porter assistance aux personnes victimes des affrontements dans la province d'Anbar, et s'est dit préoccupé de la rapide détérioration des conditions à Falloujah, de nombreux résidents étant pris dans les affrontements; considérant que les Nations unies continuent de faire pression pour que les services humanitaires aient accès à la ville;
E. overwegende dat Nickolay Mladenov, speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor Irak, op 13 februari 2014 heeft verklaard dat de VN sinds aanvang januari 2014 met de regering en plaatselijke autoriteiten is blijven samenwerken om hulp te bieden aan de slachtoffers van de gevechten in de provincie Anbar, en zijn bezorgdheid heeft geuit over de snel verslechterende omstandigheden in Fallujah waar vele inwoners in de gevechten verzeild zijn geraakt; overwegende dat de VN blijft aandringen op de toegang van humanitaire hulp tot de stad;

Étant donné que les parties ne sont pas parvenues à une solution durable permettant de clore le différend, porté devant l'OMC, telle que prévue lors de la phase III du mémorandum d'accord, ce dernier a expiré le 1 août 2013, les obligations de chaque partie restant effectives jusqu'au 1 février 2014.
Daar beide partijen nog niet in staat waren om tot een definitieve beslechting van het WTO-geschil te komen zoals voorzien in fase III van het mvo, kwam het memorandum op 1 augustus 2013 te vervallen, waarbij de wederzijdse verplichtingen nog tot 1 februari 2014 van kracht blijven.

58. rappelle l'importance de l'exception pour copie privée, qui ne doit pas faire l'objet de limitations techniques, tout en étant assortie d'une indemnisation équitable des créateurs; invite la Commission à analyser, en se fondant sur des données scientifiques probantes, sur la résolution du Parlement du 27 février 2014 sur les redevances pour copie privée et sur les résultats du dernier processus de médiation mené par la Commission, la viabilité des mesures en vigueur relatives à l'indemnisation équitable des titulaires de droits pour les reproductions effectuées par des personnes physiques aux fins d'un usage privé, eu égard notamment aux mesures de transparence;
58. herinnert aan het belang van de uitzondering voor het kopiëren voor privégebruik dat technisch niet beperkt mag worden, gekoppeld aan een billijke compensatie voor scheppende kunstenaars; verzoekt de Commissie om op basis van wetenschappelijke bewijzen, de resolutie van het Parlement van 27 februari 2014 over heffingen voor kopiëren voor privégebruik en de resultaten van de laatste door de Commissie uitgevoerde bemiddelingsprocedure, de levensvatbaarheid te analyseren van de bestaande maatregelen voor de billijke compensatie van rechthebbenden ten aanzien van reproducties door natuurlijke personen voor privégebruik, met name vanuit het oogpunt van maatregelen inzake transparantie;