On constate donc: - que le Cadastre a pu terminer particulièrement tôt (le 24 février1995) l'envoi des données nécessaires à l'établissement des tout derniers rôles supplétifs - donc ceux qui permettent la perception des derniers 10 % du PI pour 1994; - que le Cadastre a également pu transmettre particulièrement tôt (le 17 mars 1995) les données nécessaires à l'établissement des premiers rôles primitifs - donc ceux qui permettent la perception de 90 % du PI pour 1995.
- Men stelt dus vast: - dat het Kadaster bijzonder vroeg (op 24 februari 1995) de toezending kon beëindigen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de allerlaatste suppletoire kohieren - dus deze die de inning toelaten van de resterende 10 % van de OV voor 1994; - dat het Kadaster eveneens bijzonder vroeg (op 17 maart 1995) de gegevens kon overmaken die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de eerste primitieve kohieren - dus deze die de inning van 90 % van de OV voor 1995 toelaten.
