Vertaling van "gage sans dépossession " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

gage sans dépossession
bezitloos pand | bezitloos pandrecht (1) | vuistloos pand | vuistloos pandrecht (2)

prêteur sur gages | prêteur sur gages/prêteuse sur gages | prêteuse sur gages
lommerd | pandjesbaas | lommerdhouder | pandhuishouder

donner en gage | gager | mettre en gage
belenen | in pand geven | verpanden

dépossession involontaire
ongewilde buitenbezitstelling

dépossession accidentelle
toevallige buitenbezitstelling

dépossession
ontzetting van bezit

Prêteurs sur gages et bailleurs de fonds
Lommerdhouders en geldschieters

garantie [ caution | cautionnement | gage ]
garantie [ borgtocht | pand | rechtszekerheid ]

régime du gage-espèces
het in pand geven van contanten

gérer l’inventaire d’une boutique de prêt sur gages
inventaris van een pandjeshuis beheren

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Art. 26. Dans l'article 70 de la même loi, les mots "Opposabilité par dépossession de créance" sont remplacés par les mots "Gage sur créances".
Art. 26. In artikel 70 van dezelfde wet worden de woorden "tegenwerpelijkheid door buitenbezitstelling van schuldvordering" vervangen door de woorden "Pandrecht op schuldvorderingen".

M. Vastersavendts souligne que de nombreuses dispositions relatives à la mise en gage de créances figurent dans la section 7 intitulée « Opposabilité par dépossession de créance » (articles 70 et suivants).
De heer Vastersavendts stipt aan dat onder afdeling 7, met de titel « tegenwerpelijkheid door door buitenbezitstelling van schuldvordering » (artikelen 70 en volgende), vele bepalingen staan betreffende de verpanding van de schuldvorderingen.

Ainsi, contrairement au gage civil (articles 2071 et suivants du Code civil) et au gage commercial (article 1 de la loi du 5 mai 1872), le gage sur fonds de commerce est un gage sans dépossession, puisque le fonds de commerce mis en gage, nécessaire à l'activité économique du commerçant, demeure entre les mains de celui-ci, qui en est, par le fait même du gage, le gardien (article 8 de la loi du 25 octobre 1919) et qui en conserve donc, sous réserve des droits du créancier-gagiste, la maîtrise.
Aldus is het pand op een handelszaak, in tegenstelling tot het burgerlijk pand (artikelen 2071 en volgende van het Burgerlijk Wetboek) en het handelspand (artikel 1 van de wet van 5 mei 1872), een pand zonder buitenbezitstelling, vermits de in pand gegeven handelszaak, die noodzakelijk is voor de economische activiteit van de handelaar, in handen blijft van laatstgenoemde, die, door de inpandgeving zelf, de bewaarder is (artikel 8 van de wet van 25 oktober 1919) en die dus, onder voorbehoud van de rechten van de pandhoudende schuldeiser, het zeggenschap erover behoudt.

La nature particulière de ce gage sans dépossession et à l'assiette fluctuante a conduit le législateur à organiser spécifiquement aussi bien les conditions de constitution de cette sûreté réelle que la procédure de réalisation du gage sur fonds de commerce, « réglée de façon expéditive et rapide » (Doc. parl., Chambre, 1913-1914, n° 28, p. 3).
De bijzondere aard van dat pand zonder buitenbezitstelling en met fluctuerende berekeningsbasis heeft de wetgever ertoe gebracht te voorzien in een specifieke regeling, zowel voor de voorwaarden van die zakelijke zekerheidsstelling als voor de procedure van tegeldemaking van het pand op een handelszaak « [die] op snelle en practische wijze [is] ingericht » (Parl. St., Kamer, 1913-1914, nr. 28, p. 3).