Par dérogation aux §§ 2 et 3, les établissements peuvent, en ce qui concerne des gamètes lors d'un don entre partenaires, appliquer un autre système univoque d'identification, attribuant un code unique à chaque don et à chaque matériel corporel humain qui en provient.
In afwijking van §§ 2 en 3 kunnen de instellingen voor wat gameten bestemd voor partnerdonatie betreft een ander eenduidig donoridentificatiesysteem toepassen, waarbij elke donatie en elk ervan afgeleid menselijk lichaamsmateriaal, wordt voorzien van een unieke code.