Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le
président A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 26 mai 2014 en cause de T.P., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 mai 2014, la
Cour du travail de Gand, division Gand, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 1675/2, dernier alinéa, du Code judiciaire, modifié par l'article 78 de l
...[+++]a loi du 14 janvier 2013 portant diverses dispositions relatives à la réduction de la charge de travail au sein de la justice viole-t-il le principe de standstill inscrit à l'article 23 de la Constitution, en ce que le débiteur révoqué en application de l'article 1675/15, § 1 , alinéa 1 , 2°, du Code judiciaire n'a plus la possibilité d'introduire une requête visant à obtenir un règlement collectif de dettes pendant une période de cinq ans à dater du jugement de révocation en application de l'article 1675/15, § 1 , alinéa 1 , 2°, du Code judiciaire, bien qu'il n'ait pas posé d'actes frauduleux entraînant la révocation ?Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 26 mei 2014 in zake T.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2014, heeft het Arbeidshof te Gent, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1675/2, laatste lid Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 78 van de Wet van 14 januari 2013 houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen Justitie, het standstillbeginsel vervat i
n artikel 23 van de ...[+++]Grondwet, doordat de schuldenaar die herroepen werd op grond van artikel 1675/15, § 1, eerste lid, 2° Gerechtelijk Wetboek niet meer in de mogelijkheid gesteld wordt een verzoekschrift tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling in te dienen gedurende een periode van vijf jaar volgend op het vonnis van herroeping op grond van artikel 1675/15, § 1, eerste lid, 2° Gerechtelijk Wetboek, hoewel hij geen bedrieglijke handelingen stelde die de herroeping tot gevolg hadden ?