Lorsque des fonctions de garde sont déléguées, le dépositaire doit s’assurer que les exigences de l’article 21, paragraphe 11, point d) iii), de la directive 2011/61/UE sont satisfaites et que les actifs de ses FIA clients sont correctement ségrégués.
Bij het delegeren van taken inzake veilige bewaring moet de bewaarder garanderen dat de vereisten van artikel 21, lid 11, onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU worden vervuld en dat de activa van de abi-cliënten van de bewaarder naar behoren worden gescheiden.