Vertaling van "genre lesquelles font " (Frans → Nederlands) :

L. considérant que les filles et les femmes handicapées font l'objet de discriminations multiples en raison des inégalités de genre, de l'âge, de la religion, de l'appartenance ethnique, des comportements culturels et sociaux, ainsi que des stéréotypes sur le handicap, discriminations contre lesquelles il faut lutter; que les femmes handicapées sont souvent discriminées, par rapport aux hommes handicapés, quand il s'agit de l'accès à l'emploi et à l'éducation; que la Commission et les États membres peuvent contrer le phénomène en mettant en œuvre l'intégration de la dimension de genre dans tous les domaines pertinents de leur politique en matière de handicap;
L. overwegende dat vrouwen en meisjes met een handicap blootgesteld worden aan meervoudige discriminatie opgrond van geslacht, leeftijd, religie, etniciteit, cultureel en sociaal gedrag en stereotypen met betrekking tot handicaps, die aangepakt moeten worden; overwegende dat vrouwen met een handicap vaak gediscrimineerd worden in vergelijking tot mannen met een handicap wat de toegang tot werk en onderwijs betreft; overwegende dat de Commissie en de lidstaten hiertegen kunnen optreden door genderaspecten te integreren in alle relevante terreinen van hun beleid ten aanzien van mensen met een handicap;

T. considérant que les stéréotypes liés au genre dans l'éducation et la formation ont d'importantes répercussions sur le marché du travail, où les femmes font toujours l'objet d'une ségrégation horizontale et verticale, et que cela participe au fait qu'il existe toujours des secteurs d'activité considérés comme «masculins» (qui emploient plus de 85 % d'hommes) et dans lesquels, par conséquent, le niveau salarial est plus élevé que dans les secteurs considérés comme «féminins» (qui emploient plus de 70 % de femmes); et que, de surcroît, les femmes sont plus nombreuses à avoir des emplois au statut socio-économique moins élevé et que cette situation a aussi pour conséquence la fragilisation de leur confiance et de leur estime de soi;
T. overwegende dat de impact van genderstereotypen op onderwijs en opleiding grote gevolgen heeft voor de arbeidsmarkt, waar vrouwen nog altijd met horizontale en verticale segregatie te kampen hebben, en overwegende dat mede hierdoor bepaalde sectoren nog altijd als „mannensectoren” (met meer dan 85% mannen) worden beschouwd en de salarissen in deze sectoren daardoor hoger liggen dan in sectoren die als „vrouwensectoren” (met meer dan 70% vrouwen) gelden; overwegende dat bovendien in het algemeen meer vrouwen dan mannen een baan met een lagere sociaal-economische status hebben en dat dit hun zelfvertrouwen en eigenwaarde aantast;

V. considérant que les stéréotypes liés au genre dans l'éducation et la formation ont d'importantes répercussions sur le marché du travail, où les femmes font toujours l'objet d'une ségrégation horizontale et verticale, et que cela participe au fait qu'il existe toujours des secteurs d'activité considérés comme "masculins" (qui emploient plus de 85 % d'hommes) et dans lesquels, par conséquent, le niveau salarial est plus élevé que dans les secteurs considérés comme "féminins" (qui emploient plus de 70 % de femmes); et que, de surcroît, les femmes sont plus nombreuses à avoir des emplois au statut socio-économique moins élevé et que cette situation a aussi pour conséquence la fragilisation de leur confiance et de leur estime de soi;
V. overwegende dat de impact van genderstereotypen op onderwijs en opleiding grote gevolgen heeft voor de arbeidsmarkt, waar vrouwen nog altijd met horizontale en verticale segregatie te kampen hebben, en overwegende dat mede hierdoor bepaalde sectoren nog altijd als "mannensectoren" (met meer dan 85% mannen) worden beschouwd en de salarissen in deze sectoren daardoor hoger liggen dan in sectoren die als "vrouwensectoren" (met meer dan 70% vrouwen) gelden; overwegende dat bovendien in het algemeen meer vrouwen dan mannen een baan met een lagere sociaal-economische status hebben en dat dit hun zelfvertrouwen en eigenwaarde aantast;

6. met en avant qu'il y a lieu de collecter des données statistiques régionales, périodiques et complètes, ventilées par genre (lesquelles font actuellement défaut), afin d'évaluer la situation réelle des femmes dans les différentes régions et les disparités accusées par leurs modes de vie respectifs;
6. benadrukt dat er regelmatige, uitvoerige, op basis van sekse uitgesplitste regionale statistieken, die vooralsnog ontbreken, dienen te worden opgesteld om de feitelijke situatie van en de verschillen in het leven van vrouwen in verschillende regio's vast te stellen;

En matière d'égalités des chances pour tous, il est possible de déterminer sept domaines fondamentaux dans lesquels nous pouvons observer les discriminations des femmes et des jeunes filles en matière d'accès à l'éducation, à savoir: (1) les aspects économiques dans les familles défavorisées qui privilégient l'éducation des garçons, (2) les préjugés liés au genre lors du choix de la discipline scolaire, (3) les raisons objectives liées au genre qui font obstacle à l'achèvement des études, (4) les raisons liées au genre qui empêchent les jeunes femmes d'améliorer leur niveau de qualification grâce aux études supérieures, (5) les préjugés sociaux à l'égard des femmes instruites, (6) une reconnaissance professionnelle moindre pour les femmes ayant fait des études supérieures, (7) les préjugés religieux qui empêchent l'épanouissement social des femmes dans certains pays, (8) les difficultés d'accès à l'éducation rencontrées par les jeunes femmes et les jeunes filles issues de l'immigration ou appartenant aux minorités nationales ou ethniques.
Wat betreft gelijke kansen voor vrouwen en mannen zijn er acht belangrijke factoren die leiden tot discriminatie van jonge vrouwen en meisjes met betrekking tot toegang tot onderwijs: (1) economische overwegingen in sociaal achtergestelde gezinnen waarin onderwijs voor jongens de voorkeur geniet; (2) gendergebonden vooroordelen bij de keuze van de studierichting; (3) objectieve gendergebonden redenen waardoor de voltooiing van een studie wordt verhinderd; (4) gendergebonden redenen die jonge vrouwen belemmeren om hun opleidingsniveau te verhogen door verder te studeren; (5) maatschappelijke vooroordelen tegenover hoogopgeleide vrouwen; (6) minder professionele erkenning van vrouwen met een hogere opleiding; (7) religieuze vooroordelen die vrouwen in sommige landen belemmeren hun potentieel in de maatschappij waar te maken; (8) de immigratieachtergrond van meisjes en jonge vrouwen, of het feit dat zij behoren tot een etnische of nationale minderheid.