(21 bis) En matière de législation sur les droits des passagers, l'Union européenne devrait tendre vers une approche globale et cohérente qui tienne compte des besoins des passagers, en particulier de ceux des personnes handicapées et des personnes à mobilité réduite, qui doivent utiliser différents modes de transports et disposer de correspondances commodes entre ceux-ci.
(21 bis) Wanneer wetgeving wordt opgesteld betreffende passagiersrechten dient de Unie voor een globale en coherente benadering te kiezen waarbij rekening wordt gehouden met de behoefte van passagiers, in het bijzonder met die van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, om gebruik te maken van verschillende vervoersvormen en om hier eenvoudig tussen te wisselen.