Par une première question préjudicielle, la Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, des articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle en ce qu'ils priveraient les magistrats qui y sont visés et leurs coauteurs et complices du droit de faire contrôler par la c
hambre des mises en accusation la régularité de l'instruction menée à leur égard, durant le cours de celle-ci, et du droit d'intenter, devant la chambre des mises en accusation, un recours à l'encontre des décisions rendues par le magistrat instructeur sur des requêtes qu'ils lui présentent alors que les articles 6 et 29 des l
...[+++]ois ordinaire et spéciale du 25 juin 1998 réglant respectivement la responsabilité pénale des ministres fédéraux et des membres des gouvernements de communauté ou de région accordent ces droits aux ministres précités, à leurs coauteurs et à leurs complices.In een eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering, in zoverre zij de daarin beoogde magistraten en hun mededaders en medeplichtigen het recht zouden ontzeggen om de regelmatigheid van het te hunnen aanzien gevoerde onderzoek in de loop van dat onderzoek te laten controleren door de kamer van inbeschuldigingstelling, alsook het recht om voor de kamer van inbeschuldigingstelling beroep in te stellen tegen de beslissingen die zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij aan hem hebben gericht, terwijl de artikelen 6 en 29 van de gewone en bijzondere wet van 25
...[+++]juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van federale ministers, respectievelijk van leden van een gemeenschaps- of gewestregering die rechten toekennen aan de voormelde ministers en hun mededaders en medeplichtigen.