25. relève que le degré de contrôle et de coordination réservé aux administration
s régionales par le gouvernement central varie grandement selon les États membres en fonction de leur structure organisationnelle, certaines régions étant extrêmement actives et disposant d'une maîtrise presque totale sur la quasi-totalité des aspects du financement de la politique de cohésion et de la représentation dans les accords de partenariat; attire l'attention, à cet égard, sur le code de conduite, qui reconnaît le rôle central des acteurs locaux et régionaux et des organisations de la société civile et dans lequel le principe de partenariat est gar
...[+++]anti en ce qui concerne la politique de cohésion pour la période 2014-2020; 25. merkt op dat de mate
waarin de centrale overheden de coördinatie en het uitoefenen van toezicht aan de regionale overheden overlaten, sterk uiteenloopt, afhankelijk van de organisatorische structuur in de verschillende lidstaten, waarbij sommige regio's zeer actief zijn en de meeste aspecten van de financiering in het kader van het cohesiebeleid bijna volledig controleren, en sterk vertegenwoordigd zijn in de PO's; wijst in dit verband op de gedragscode,
waarin is neergelegd dat de lokale en regionale actoren en maatschappelijke organisaties een sleutelrol vervullen en
waarin ...[+++] het partnerschapsbeginsel wordt gewaarborgd wat betreft het cohesiebeleid voor de periode 2014-2020;