Il existe une gradation entre les deux hypothèses visées par le § 1, 2°, (« qualités managériales que trop partiellement satisfaisantes ») et au § 1, 3°, (qualités managériales qui ne sont démontrées « qu'insuffisamment »), la première correspondant à une appréciation positive tout en étant contrastée, la seconde correspondant à une appréciation négative ou insuffisante.
Er bestaat een gradatie tussen de twee hypothesen bedoeld in § 1, 2°, (slechts gedeeltelijk voldoende managementkwaliteiten) en in § 1, 3° (managementkwaliteiten die slechts onvoldoende worden aangetoond), waarbij de eerste overeenstemt met een positieve alhoewel gecontrasteerde beoordeling, en de tweede met een negatieve of onvoldoende beoordeling overeenstemt.