Art. 2. § 1. Par dérogation à l'article 12, § 2, de l'arrêté royal du 20 juillet 1964 relatif au classement hiérarchique et à la carrière de certains agents des administrations de l'Etat, les agents qui, à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, sont revêtus d'un grade rayé repris dans la colonne de gauche, sont nommés d'office dans le grade particulier créé repris dans la colonne de droite :
Art. 2. § 1. In afwijking van artikel 12, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen, worden de ambtenaren die bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een geschrapte graad vermeld in de linkerkolom, van ambtswege benoemd in de bijzondere opgerichte graad die voorkomt in de rechterkolom :